De Rotterdamse wijk het Oude Noorden is aan het begin van de vorige eeuw ontstaan. De woningen zijn oorspronkelijk portieketagewoningen met een voor die tijd kenmerkende aandacht voor geveldecoratie en rijkelijk gebruik van erkers en balkons. Eind jaren zeventig bevond zich een groot deel van deze woningvoorraad in staat van verval. Om deze reden is er in de jaren tachtig grootschalig renovatie gepleegd waarbij weliswaar veel praktische kwaliteit werd gewonnen maar de uitstraling en het karakter van de panden veel geweld is aangedaan. Dit gebeurde door veelvuldig gebruik van plaatmateriaal in gevels en goten, het toepassen van eerste generatie witte kunststof kozijnen met vlakke profilering en het optoppen van de panden met dozen met kunststof beplating of betonpannen.

Nu de renovatie van deze panden inmiddels dertig jaar geleden heeft plaats gevonden is de technische levensduur bereikt en is een nieuwe renovatieronde noodzakelijk. Daarnaast kampt de wijk, net als zo veel wijken uit dit tijdperk, met funderingsschade. Om deze reden wordt de renovatie van de gebouwschil gecombineerd met funderingsherstel.

In de voorgevels is bij de eerdere renovatie veel volkernbeplating toegepast en zijn balkons en topgevels verwijderd. Aan de achtergevel zijn verschillende beplatingstypes, stuukwerk en gevelmetselwerk toegepast. De balustrades zijn zeer grof vormgegeven en balkons zijn in slechte staat. Het geheel gaf een erg onrustig beeld.

Veel souterrains waren in gebruik als bergingen. Voor de funderingsopgave diende deze opnieuw te worden ontworpen.

Bijzondere aandacht is uitgegaan naar de winkelplint. Deze bestond uit witte aluminum kozijnen, volkernbeplating en onsamenhangende reclame-uitingen. Deze plint is geheel vervangen door een natuurstenen basis waarop houten kozijnen met een verdeling van de bovenlichten. De voorgevels zijn voorzien van nieuwe kozijnen met blokprofilering en een warmgrijze kleurstelling. Ventilatie is verholen in de kozijnprofilering opgelost.

De achtergevels zijn geheel van nieuwe houten kozijnen voorzien. De gevelplaten zijn grotendeels vervangen door een gestuukt isolatiesysteem. Op terugspringende delen zijn lamellen in een ingetogen beige grijze gemellerde kleur toegepast. De balustrades zijn vervangen door een lamellenhekwerk dat in kleurstelling aansluit op de draaiende delen van de kozijnen.

Op deze wijze ontstaat op straat en in het binnenterrein een warm, rustig gevelbeeld dat de oorspronkelijke vormgeving van het blok weer weergeeft.