Justuskwartier
Wereldberoemd monument van de volkshuisvesting in oude luister hersteld met hedendaagse energieprestatie.
Dit monument van volkshuisvesting uit 1922 verwierf internationale faam door zijn hovenstructuur en destijds nooit eerder vertoonde opgetilde woonstraat. Via deze ruim twee meter brede galerij of 'luchtstraat' konden bakker, melkman en groenteboer met hun handkarren ook bij de bewoners van de tweede verdieping aan de voordeur komen. Met een ingrijpende restauratie en vernieuwing, die twee jaar duurde en ca. 30 miljoen euro kostte,
heeft Woonstad Rotterdam, trotse eigenaar van dit gebouw, dit wereldberoemde monument in
oude luister hersteld, terwijl de 154 woningen voldoen aan de modernste eisen op het gebied
van wooncomfort en energieprestatie.
Het complex dat in 1985 tijdens de stadsvernieuwing de status van Rijksmonument kreeg, bestaat negentig jaar. Woonstad Rotterdam besloot in 2006 tot een grootscheepse restauratie. Aan dit besluit was een visieprijsvraag voorafgegaan die in 2000 onder het motto ‘Monument Justus’ was gewonnen door Molenaar & Co architecten en Hebly Theunissen
architecten en op haalbaarheid onderzocht. De hernieuwde herinrichting van de binnenterreinen is van Michael van Gessel landschapsarchitect; het uitgekiende energieconcept bedachten W/E adviseurs. De werkzaamheden van aannemer Jurriëns Bouw startten in september 2010. Restauratie en vernieuwing werden begeleid door het bureau monumenten Rotterdam en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Revolutionair experiment
Architect Michiel Brinkman, die in 1918 van de Gemeentelijke Woningdienst de opdracht kreeg om 264 gestapelde arbeiderswoningen te ontwerpen op een terrein van nauwelijks één hectare, voorzag zijn ontwerp van een aantal destijds revolutionaire gemeenschappelijke voorzieningen. Zo stond in het midden van het woonblok een bad- en washuis, waren er twee goederenliften en had elke woning één radiator van de centrale blokverwarming en een stortkoker voor keukenafval. Op het binnenterrein lagen plantsoenen en privé tuinen. Maar het meest in het oog sprong toch de opgetilde woonstraat, waardoor iedere bewoner een voordeur aan de openbare weg had. Brinkman zag zijn ontwerp zelf als een architectonisch- en stedenbouwkundig experiment.
In september 1922 werd het complex voor de eerste keer opgeleverd, toen fonkelnieuw en
hypermodern. Het uit gele IJsselsteen en roodbruine baksteen opgetrokken woonblok heeft vier lagen en een plat dak. De voordeuren van de woningen liggen aan het groene binnenterrein en niet, zoals gebruikelijk, aan de omliggende straten, waardoor het woonblok de intieme sfeer heeft van een dorpje in de stad. Het wooncomplex werd een voorbeeld voor sociale woningbouw in heel Europa.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw is het complex voor de eerste maal ingrijpend gerenoveerd. De oorspronkelijke 264 kleine woningen (50m2) werden toentertijd samengevoegd tot 164 ruimere appartementen. De luchtstraat werd integraal vernieuwd, de trappenhuizen totaal vernieuwd en de aangetaste gele gevels aan het binnenterrein wit geverfd. Ondanks deze ingrepen voldeed het gebouw al snel niet meer aan de moderne wooneisen en raakte het in verval.
De restauratie: 100% monument, 100% nu
Uitgangspunt van de grootscheepse restauratie was het herstellen van de oorspronkelijke architectonische en stedenbouwkundige waarden, gecombineerd met optimaal wooncomfort en energieprestatie. Dit uitgangspunt houdt onder meer in dat de gevels na zorgvuldig onderzoek en reiniging in de originele staat zijn teruggebracht. De aluminium renovatiekozijnen zijn vervangen door ingenieuze houten reconstructies van de oorspronkelijke kozijnen, inclusief roedeverdeling, schuiframen en verdekte CO2 gestuurde ventilatieroosters. Een aantal trappenhuizen zijn in oude luister hersteld. De andere trappenhuizen zijn vernieuwd en ademen juist de sfeer van nu. Het huidige woningontwerp is gebaseerd op de oorspronkelijke opzet van Michiel Brinkman, met keuken, (klap)trap en voorzieningen aan de hofkant en een maximaal vrij indeelbaar gebied daaromheen.
De woningen zijn hoogwaardig geïsoleerd. Verwarming én koeling gebeurt door een centrale
installatie voor warmte- en koudeopslag (WKO) die onder het voormalige badhuis is geïnstalleerd, op de plek van de oude stookkelder.
Het Justus van Effencomplex bestaat na deze restauratie uit een rijke variatie van 154 woningen.
Het woonoppervlakte varieert van 50m2 voor starters tot ruim 200m2 voor thuiswerkers. Een
verticale samenvoeging over vier lagen levert spectaculaire grote woningen op. Bewoners kijken
aan de ene kant uit op de stedelijke omgeving van Spangen en aan de galerijkant op de binnenhoven.
Op de plek, waar ooit tuinen en plantsoenen lagen, bevinden zich nu opgetilde gazons met bomen voor gemeenschappelijk gebruik. De woningen hebben een privéstoep die geleidelijk overgaat in het openbare wandelpad.
Naam van het gebouw
Justuskwartier
Opdrachtgever, architect of bouwer
Molenaar & Co architecten i.s.m. Hebly Theunissen architecten