Het Trappenhuis is een architectonische interventie in een nieuwbouwwoning dat de functionele inpassing van trappen gebruikt om een uiterst persoonlijk huis te maken.

Het project is een samenwerking tussen architect Tomas Dirrix, opdrachtgevers Koen Taselaar en Simone Trum.
Het ontwerpproces is begonnen als een serie gesprekken waarin de mogelijkheden zijn verkend tot het maken van een soort huis-in-een-huis. Een ultieme kans om vorm te geven aan de ruimte waarin ze willen leven, en die beantwoord aan de wens om een binnenwereld te maken dat een uitgesproken karakter heeft en een contrast maakt met de pragmatische opzet van een nieuwbouwproject.

Het ontwerp begon met de keuze om - in tegenstelling tot bij de overige woningen/buren - het nieuwbouwhuis te laten opleveren als een volledig leeg geraamte. Een gat over vier verdiepingen, centraal in het huis, voorzag in een vrijheid voor eigen keuzes en ideeën over (samen)leven. Het trappenhuis steekt als een losstaand object door de volledige hoogte van het woonhuis met een vrije hoogte van ruim 13 meter. De schacht vormt een patio-achtige ruimte en is aan de bovenkant afgewerkt met een daklicht. Het trappenhuis brengt daglicht tot diep in het woonhuis en verdeelt de verdiepingen in een voor- en achterkamer. Doorheen kruisen trappen van vloer naar vloer. Middels grote vensters zijn zichtrelaties tussen de verschillende kamers gemaakt.

De ambitie was om in het huis een monumentale ‘tussenruimte’ te ontwerpen; een ambigue kwaliteit waarvoor steeds minder plek is bij nieuwbouw woningen. Niet de woonkamer of eetkamer is de belangrijkste kamer van het huis - maar juist de ruim 13 meter hoge leegte. Door de diagonaal geplaatste trappen wordt de hiërarchie van kamers nog verder verwisseld en voelt het soms alsof boven, beneden is en andersom. Het trappenhuis toont zich als binnenstebuiten gekeerde ruimte die de verschillende soorten gebruik met elkaar verweeft en waarin een nieuw, hybride woonhuis kan ontstaan.